Kennis & Inspiratie

Bas Bakkenes ziet tientallen ondernemingsplannen per jaar. Zijn bedrijf, de Ondernemingsplannenfabriek, helpt ondernemers met een effectief plan. In 95% van de gevallen is het doel: financiering krijgen. Dat kan zijn bij een bank, een investeerder of via crowdfunding.

Bakkenes deelt 9 inzichten om de stap te maken van een oké plan naar een topplan. Je kunt volgens hem prima een format voor een ondernemingsplan als basis gebruiken en de hoofdstukindeling aanhouden die banken adviseren.

Het verschil zit hem in hoe je jezelf presenteert. Denk bij elke alinea die je schrijft: zou ik hier zelf geld in investeren?

1. Ondernemingsplan met sjeu

Dé valkuil bij het maken van je plan, is dat je het als een moetje ziet. Ongeïnspireerd worstel je met voorbeeldplannen en sjablonen. Bakkenes raadt aan om je plan te zien als een reclamefolder:

“Als je plan overtuigend is, krijgt een investeerder er ook eerder vertrouwen in dat jij klanten kunt overtuigen. Omgekeerd is een slordig plan ook direct een slordige eerste indruk. Ga je zo ook je medewerkers briefen? Is dit hoe serieus je dit neemt?”

Schrijf dus niet vanuit het idee: wat willen ze weten? Maar: wat roept dit op over mij en mijn idee?

2. Overtuig investeerders met 3 must-haves

Hieronder zie je drie elementen die het vertrouwen van investeerders een enorme boost geven. Bakkenes: “Zoek je een flink financieringsbedrag? Dan moet je echt minimaal 1 van deze 3 hebben. Je moet dit bovendien kunnen onderbouwen met feiten, referenties of bijvoorbeeld intentieverklaringen.”

Gouden 3 voor investeerders

1. Een uniek product – Ze komen maar heel af en toe voorbij: hele interessante, unieke innovaties die echt nog missen in de markt. Je moet dan niet alleen de behoefte aan dit product kunnen aantonen, maar ook jouw voorsprong of positie ten opzichte van concurrenten (bijvoorbeeld met een patent).
2. Een afnemersgroep – Dit is een bankterm die niets meer betekent dan: klanten! Sommige ondernemers hebben al een klantenbestand. Bijvoorbeeld omdat je al een ander bedrijf hebt of concrete orders.
3. Een unieke inkooppositie – Bijvoorbeeld: je kunt tegen tarieven inkopen die uniek zijn in de markt. Of je hebt een bijzonder dealership verworven en je mag een merk gaan verkopen dat al een hit is in de VS.

3. To the point: wat ga je doen en wat heb je nodig?

“Investeerders moeten het globale verhaal direct voor zich zien. Wees duidelijk en beken kleur. Kies voor een doelgroep, kies voor een positionering. Probeer niet iedereen tevreden te stellen, want dan wordt je plan inwisselbaar. Wat is je idee? Waarom zitten je klanten hier echt op te wachten? Wat heb je nodig van de investeerder? Dat kan ook zijn: kapitaal én expertise.”

4. Track record: waar ben jij aantoonbaar goed in?

“Laat zien dat je dingen voor elkaar kunt krijgen en dat je weet waar je mee bezig bent. Prestaties uit het verleden geven een investeerder natuurlijk veel meer vertrouwen dan wat je verwacht dat je nog gaat doen.”

“Wees duidelijk en beken kleur. Kies voor een doelgroep, kies voor een positionering”

5. Maak elke zin concreet en relevant

“Vermijd algemeenheden. Dus niet: ‘Het gaat beter met de economie, dus er zijn volop kansen’. Dat weet die investeerder ook wel. Als je de economische situatie schetst, zoom dan echt in op relevante cijfers voor jouw branche en jouw plek.

Een bank ziet uitweidingen vaak wel door de vingers. Ze denken: goed dat je hier werk in hebt gestoken. Een investeerder meestal niet. Die wil gewoon snel overtuigd worden.”

6. Groeien: heb je een integraal plan?

Je moet aantoonbaar nagedacht hebben over de vraag: hoe ga je groeien? En vervolgens moet die strategie ook in alle onderdelen terugkomen. Dus de marketingcampagne moet goed passen bij je (groei)strategie, prijsbeleid en doelgroep.

Te weinig samenhang is echt een valkuil, volgens Bakkenes: “Daar vraag ik ook altijd kritisch op door. Dan zegt iemand: na een jaar wil ik 100.000 producten meer omzetten. En hij heeft in zijn plan een televisiereclame gericht op 16-jarigen en één accountmanager opgenomen.”

“Dan vraag ik wel: waarom tv? En heb je berekend hoeveel die accountmanager dan extra moet verkopen per dag? Je moet nadenken over de manier waarop je groei wilt realiseren.“

7. Maatwerk: één plan is geen plan

Denk ook goed aan wie je benadert, adviseert Bakkenes en pas daar je plan op aan: “Sommige investeerders doen misschien iets wat lijkt op wat jij van plan bent. Dan focus je op hoe jouw bedrijf aanvullend kan zijn. Ook benadruk je het natuurlijk als je denkt dat de expertise van de investeerder heel goed aansluit op wat jij gaat doen.”

“Vermijd algemeenheden. Dus niet: ‘Het gaat beter met de economie, dus er zijn volop kansen’. Dat weet die investeerder ook wel.”

8. Denk groot, maar zet je privéchauffeur er niet in

Een investeerder steekt geld in jou en verwacht daarvoor dat jij er vol voor gaat. Het lijkt misschien professioneel om een heel team in je plan te zetten met jou als CEO erboven.

“Dat kan tegen je werken. Soms zie ik dat iemand meteen wil starten met een boekhouder, accountmanager en een office manager. Of dat iemand direct een lekker salaris of een grote auto wil. Een investeerder verwacht dat jij in het begin alles aanpakt en keihard werkt.”

9. Kies het verzendmoment tactisch

Hoe beter je je plan kunt staven met succes, hoe meer kans op financiering. Bakkenes: “Ondernemers kloppen soms bij me aan op het moment dat ze eigenlijk al in productie moeten gaan, omdat een grote klant interesse heeft. Dan staan ze eigenlijk met hun rug tegen de muur.”

“Als je voor die periode even een andere manier vindt om het financieel te overbruggen, dan is dat gunstig. Je bedrijf is immers veel meer waard als jij die grote order daadwerkelijk binnen hebt.”

Bas Bakkenes van de Ondernemingsplannenfabriek deelde eerder ook zijn tips voor een financieel plan met IkGaStarten.

Bron: ikgastarten.nl