5 tips voor een goed persbericht
1. Een goed persbericht: wat is de nieuwswaarde?
Journalisten van (lokale) nieuwsredacties ontvangen dagelijks tientallen persberichten. Zij zijn diegenen die je moet overtuigen van de nieuwswaarde van jouw persbericht.
Er is namelijk een aanzienlijk verschil tussen een goed persbericht waar écht nieuws in zit en berichten die eerder neigen naar pure reclame. Het is aan de redacteur om te bepalen of hij/zij het persbericht voldoende nieuwswaardig vindt.
Zorg dat de belangrijkste informatie bovenaan staat. Dit maakt je bericht ‘oprolbaar’.
Goodwill creëren bij journalisten
Soms draait het ook om een kwestie van gunnen, daarom is het belangrijk om wat goodwill te creëren bij de journalist.
Het je een hoveniersbedrijf? Benadruk dan bijvoorbeeld dat je bedrijf het milieu in de regio ontziet door elektrisch te rijden. Schrijf dat je de bomen en plantjes een zo goed mogelijke start wil geven door ze zelf te planten bij de klant.
Wat nieuwswaardig voor de ene journalist is, hoef dat voor de ander niet te zijn. Als een huis-aan-huisblad of tijdschrift voor hobbyisten op het gebied van tuinieren vervolgens besluit je te interviewen, kun je daarmee een veel gerichtere doelgroep bereiken dan met een advertentie.
2. Bedenk een perfecte onderwerpregel
Het eerste waar een journalist naar kijkt, is de onderwerpregel. Is de inhoud interessant voor de doelgroep waarvoor zij schrijven? Enkel vermelden dat het om een persbericht gaat is niet voldoende.
Zie de onderwerpregel als een reclameslogan
Bij een goed persbericht bestaat de titel uit een aantal steekwoorden waarin je kern van het bericht omschrijft. Bijvoorbeeld: ‘Persbericht – Tilburgse startup ontwikkelt app voor kortingsacties uit de regio’.
3. Schrijf actief in je persbericht
Een actieve schrijfstijl zorgt ervoor dat de ontvanger zich eerder persoonlijk aangesproken voelt. Hierdoor zij hij of zij zich sneller laten verleiden tot het plaatsen van je bericht.
Schrijf dus niet: “De winkel zal worden geopend door de directeur”, maar “De directeur opent de winkel”.
Verwar dit niet met een rechtstreekse aanspreekvorm. Schrijven vanuit de ik- of wij-vorm komt namelijk al snel minder professioneel over.
Valkuilen
Vermijd eventuele type-, spel- en grammaticafouten. Op den duur wordt het lastig om fouten uit je tekst te halen. Laat daarom bij voorkeur iemand anders het bericht op fouten controleren voordat je het verstuurt.
Het toevoegen van een citaat geeft een persoonlijk tintje aan je bericht. Tot slot geldt ook voor persberichten: less is more. Probeer de woordlengte te beperken tot maximaal een A4’tje in Word en voeg indien nodig tussenkopjes aan de tekst toe om de leesbaarheid te vergroten.
Tip:Plaats de tekst rechtstreeks in de e-mail. Het openen van een bijlage kost weer extra tijd.
4. Vermijd reclameleuzen voor een goed persbericht
Een goed persbericht is er in de eerste plaats voor bedoeld om mensen te informeren en niet om je producten aan de man te brengen. Houd dit in gedachten wanneer je een persbericht aan het opstellen bent.
Ook al wil je hierin een nieuw product aanprijzen, dan nog is het van belang dat je het commerciële aspect zoveel mogelijk probeert te beperken. Het vergroten van de naamsbekendheid van je bedrijf bij een eventuele publicatie is natuurlijk mooi meegenomen.
5. Wees bereikbaar voor vragen
Het klinkt logisch, maar het gebeurt nog maar wat vaak dat de communicatieafdeling van een bedrijf een persbericht verstuurt en de daarop volgende dagen slecht bereikbaar is voor de pers.
De praktijk leert dat er bij bedrijven maar één contactpersoon wordt aangesteld om vragen van journalisten te beantwoorden en dat diegene tijdens zo’n telefoontje dan net in bespreking zit of op vakantie is.
Altijd beschikbaar en bereikbaar
Zorg als afzender dus bij voorkeur ervoor dat er minimaal twee telefoonnummers en e-mailadressen vermeld staan onder het persbericht en dat er altijd iemand op de afdeling aanwezig is om eventuele vragen te beantwoorden.
Reserveer de eerste dagen voor de zekerheid ook de avonden om journalisten goed te woord te kunnen staan.